Rotterdam heeft een rijke historie en die is uiteraard onuitputtelijk. Iedere dag opnieuw wordt het verleden aangevuld met tal van kleine feiten. Via beeld en tekst voegen zij iets toe aan onze gemeenschappelijke (contemporaine) geschiedenis. Journalisthistoricus Joris Boddaert beschrijft iedere zondag in deze rubriek een Rotterdamse foto. Meestal is het fotografisch beeld onbekend en van langer geleden.
Reacties: [email protected]
Du Lion d’Or
‘Joris, hoe kom je toch aan al die zeldzame foto’s? Deze vraag wordt mij regelmatig gesteld. Vroeger antwoordde ik steevast: ‘Hoe komt een kat aan vlooien?’ Maar met dat cliché ben ik gestopt. Ik was in de jaren tachtig van het type dat op de redactievloer van Het Vrije Volk fotoprints uit de prullenbakken viste. Heus waar. Als redacteur kreeg ik ook altijd heel veel foto’s toegespeeld, en verder van archiefmedewerkers vaak ‘overbodig’ materiaal.
De verschillende fotografen die voor HVV werkten leverden dagelijks vele prints. Slechts een klein deel daarvan kwam uiteindelijk in de krant. Enfin, de foto van café Du Lion d’Or is afkomstig van Karl Kämper uit Gorinchem. Zijn vader was van 1949 tot 1966 de uitbater van dat keurige café aan de Bergweg, hoek Schieweg. De avondfoto - begin jaren vijftig in opdracht gemaakt - is bijzonder sfeervol. Het ouderwetse ANWB-bord (Overschie 4,1 km) valt op, alsook de strakke neonbelettering, die is afgestemd op de stijl van de gevel. Op deze plek hebben gedurende driekwart eeuw diverse cafés gefloreerd.
Het is zonde en jammer, maar thans zetelt er in het pand een ondefinieerbaar bezorgpaleis in Oosters voedsel. De scootertjes rijden af en aan. De aftakeling van nette Rotterdamse cafés duurt immer voort. Helaas. Het is niet anders.
Het spreekt vanzelf dat ik de gehele historie van Du Lion d’Or heb geboekstaafd. Een uitgebreide beschrijving vindt u in Rotterdamse Cafés Deel 3. Het is niet onbelangrijk om ‘landmarks’ uit het verleden vast te leggen. Het dure papier van de boeken is chloorvrij. Dat geeft hoop, en hoop doet leven. Wellicht worden de vijf caféboeken anno 2050 nog een enkele keer in het stadsarchief of de gemeentebibliotheek doorgebladerd en misschien zelfs wel gelezen.